Monitor

Monitor Foto: quinn.anya

mark-van-roosmalen Blogpost door: mark-van-roosmalen
Geplaatst op: 18-03-2012 om 10:57

Als ik er aan terugdenk herinner ik me dat moment van verbazing. Vlak voor het alarm afging. Ik wist iets eerder dan het apparaat dat het kind in mijn buik stierf. Dat ik dat eerder merkte, geeft me nog steeds het gevoel dat ik een goede moeder was. Zeven maanden lang.

Ik kijk naar de zuster die haar stethoscoop weglegt. Mijn buik razendsnel met gel insmeert. De monitor van me wegdraait. Ik denk de woorden 'het leeft niet meer', zo hardop dat ik me verbaas dat de zuster geen antwoord geeft. Andere gedachten heb ik niet. Ik krijg het koud. Ze draait aan een knopje en het alarmerende gepiep dat haar binnen vijf tellen aan mijn bed deed verschijnen, wordt een zacht gefluister. Twee andere zusters verschijnen en ze wisselen blikken met de monitor en met elkaar. Eén loopt om het bed heen, houdt mijn hand vast en streelt de rug ervan met haar duim. De ander trapt ergens op en ik voel het bed licht op zijn wieltjes bewegen.

Synchroon met mijn hartslag hoor ik 'het leeft niet meer het leeft niet meer het leeftnietmeerhetleeftnietmeerhetleeftnietmeer kadoem kadoem kadoem...' 
Ik kijk naar het uniform van de zuster die mijn hand vasthoudt. Drie, vier vijf pennen in het borstzakje. Een horloge bengelt er ook nog bij. Haar naamplaatje. Elise. Ik kijk haar aan. Even later word ik weggereden. Ik voel alleen maar de duim van de zuster over de rug van mijn hand. Niet meer dan dat.  Zelfs geen besef dat ik naar de O.K. gereden word. Ik rijd gewoon en kijk. Ik heb mijn handen naast mijn buik liggen. Vreemd, dat weet ik nog wel. Ik vind die buik zo vreemd, als ik er mee naar de O.K. rijd, maar durf niets tot me te laten door dringen. Een golf vocht walmt uit mijn maag op tot in mijn mond. Ik pers mijn lippen op elkaar en slik het lauwe, smakeloze vocht weer in. Ik schaam me voor mijn buik. Dat die anderen zo’n last bezorgt. Dat ze ermee door de gangen rennen. Die wanstaltige, nutteloze buik.

Ik kijk in het voorbijgaan naar gezichten van verpleegsters die deuren openhouden. Ernstige gezichten. Niemand zegt een woord. Dan stoppen we. Mijn ogen klinken zich vast aan de ogen van Elise, die nog steeds mijn hand vast heeft. 'Laat me niet alleen', zeggen ze, maar dan laat ze me, na een extra kneepje, los. Ze draait zich om en verdwijnt. Er wordt aan mijn arm gemorreld. Ik heb het koud tot op het bot. Woedend ben ik. Mijn ogen zoeken vergeefs naar andere ogen. Ogen die me geruststellend aan kijken. Ogen waarin ik kan lezen dat het mijn schuld niet is. 

Plaats een reactie

Zelf een opmerking of een tip? Plaats hier je comment en geef jouw advies!

 



captcha