Lotje en Dorus, rauw op je dak

Lotje en Dorus, rauw op je dak

miriam-van-broekhuizen Blogpost door: miriam-van-broekhuizen
Geplaatst op: 12-06-2012 om 20:39

En zo kan het zomaar zijn dat je weer middenin het grote verdriet zit. Zomaar ineens. Rouw komt dan als een stortregen over je heen, onverwachts. Rauw op je dak valt het dan. Ik weet wel dat dat kan, dat kinderen soms uitgestelde rouw beleven. Omdat ze van binnenuit hun ouders willen beschermen. Omdat ze de hoeveelheid verdriet eenvoudig niet allemaal tegelijk aankunnen. Omdat ze heel goed kunnen switchen van de ene naar de andere emotie. Het lijkt dan of het gewone leven gewoon weer doorgaat. Kinderen kunnen het ene moment intens verdrietig zijn en het andere moment weer volop spelen. Ter zelfbescherming, ter bescherming van ouders. Hoe heftig is dat. Maar onderhuids blijkt er van alles te broeden. Ligt het verdriet op de loer. In hun hoofdjes zijn ze dus best met het afscheid van opa en oma bezig. En met het leven, en de levenslessen die erbij horen. Onverwacht komen ze om de hoek. Aan de ene kant schokkend en onverwacht. Maar tegelijkertijd ook prachtig. Hoe kunnen gezinsleden op elkaar ingetuned zijn... Maar evengoed kan het verdriet je dan ineens enorm overvallen. Rauw op je dak.

In het gezin Hartjes leek het gewone leven weer zijn vorm aan te nemen. De kinderen Ruben, Max en Mara pakten het dagelijkse ritme weer op. Op naar school, op naar de sportclubjes. Lekker schommelen, voetballen. De zomertijd was er immers weer. Mara klaagde wel eens over buikpijn. Dan lag ze in bed en kon de slaap niet vatten. Wat gaat er in het hoofdje om van een jong meisje, dat net haar opa en oma heeft verloren? Als moeder denk je dan: zou ze er last van hebben? Je wilt er niet teveel de nadruk op leggen. Maar als de kinderen er mee zitten, wil je er ook voor ze zijn! Misschien voelen ze zich wel schuldig aan het overlijden. Sommige kinderen denken dat ze stout zijn geweest, en dat daarom opa is overleden. Als ouder wil je dat niet.                                                                                                                                                                       

Soms gebeurt er dan zomaar iets. Zomaar een gebeurtenis die je zomaar ineens met de beide voeten op de grond zet. Een gebeurtenis die je wakker schudt; die aangeeft dat het gewone leven dan wel door mag gaan, maar dat het gemis nog voortduurt. Dat opa en oma heus nog niet vergeten zijn en nog dwalen in de gedachten van ieder kind. Ook al zie je dat aan de buitenkant niet...

Mama was er die dag niet bij met haar gedachten. Ruben werd er gek van. Mama was helemaal vergeten om Dorus eten te geven. En ze was vergeten dat Ruben een sportdag had op school! Gewoonlijk had ze dan van die lekkere zachte broodjes gekocht! En het kadootje voor Brit was ze zelfs vergeten te kopen... Hoe moest dat nou? Gelukkig had mama nog even tijd gevonden voor een kadootje. Ze moest wel op tijd Max ophalen van school. Het plan was eerst Max ophalen, dan door naar Mara, die was bij opa en oma, en dan als laatste Ruben ophalen, die was bij een vriendje aan het spelen. Maar zoals gezegd komt rouw rauw op je dak vallen. Deze keer rauw op het dak van de Ford Mondeo...

Mama was gestrest en er niet bij met haar hoofd. Gelukkig had ze net op tijd het kadootje voor Brit gekocht bij de boekhandel. Nu moest ze heel snel zijn om alles op tijd te redden. Ze had haar dag niet gehad. Thuis waren er al wat kleine ongelukjes gebeurd. Zo had ze haar theeglas al laten vallen, in duizend stukjes lag het op de keukenvloer. En ze had haar bovenbeen heel hard gestoten aan de tafel. Het zou vast en zeker een dikke blauwe plek worden. Maar wat er gebeurde toen ze net Max in de auto had...

Max had keurig klaargestaan op het schoolplein. Zijn rugzak op zijn rug, kijkend of mama er al aankwam met de auto. Zijn grote nicht Brit was immers jarig! Hij had een mooi plakwerkje voor haar gemaakt. Dat zou hij mooi even langsbrengen! Aha, daar zag hij mama al aankomen. Hij rende op haar af. 'Hai mama! Kijk, mijn kadootje voor Brit! Vind je het mooi geworden?'. Vrolijk hing het kunstwerk in de lucht. Mama vond het supe rmooi. 'Kom gauw mee naar de auto Max, we gaan Mara en Ruben nog oppikken en dan gauw door naar Brit'.

Ook in een pubergezin heb je van die onverwachte momenten van rouw, rauw op je dak. Brit en Lars waren heerlijk aan het buitenspelen. Ze stonden ineens aan de deur, met de vraag of er ergens in huis nog een schoenendoos was en een dekentje. En ook een paar latjes hout. Vast wel, kijk maar even in de schuur. Waar heb je het voor nodig eigenlijk? 'Oh, we hebben een dood vogeltje gevonden, die willen we graag begraven. Heb je trouwens nog een mooie bloem? Die kunnen we wel gebruiken. En waar kunnen we Doodles dan begraven?' Bedenk maar een mooie plek... Zo gezegd, zo gedaan. Ook Lars hielp eraan mee. 'Ik heb deze in de tuin gevonden, is dat goed mam?', vroeg hij. 'En oh ja, dit kleedje, heb je dat nog nodig?'. En daar gingen ze dan. Op zoek naar een plekje. Mooie plek gevonden, tussen twee bomen in. Wat maken ze er weer wat moois van. Ze spelen weer iets uit, ook op deze leeftijd. Lijkt me goed.  

Pubers willen graag bij de groep horen. Ze willen net zo zijn als de anderen uit de groep. Ze stellen hun verdriet soms uit. Ze beschermen daarmee hun ouders, of kunnen het zelf niet allemaal tegelijkertijd aan. Emoties worden heftig doorleefd op deze leeftijd. In een groep willen ze vooral niet opvallen. Dan ben je anders. Dat wil je niet. Je wilt zo graag bij de groep horen. Je doet eigenlijk alles om erbij te horen. De groepsdruk is best aanwezig. Maar soms gebeurt er iets in hun omgeving dat ervoor zorgt dat de deksel er even vanaf gaat. Dan kunnen ook zij er niet omheen. Zoals het vinden van een dood vogeltje bijvoorbeeld, zoals bij Brit en Lars en de buurtkinderen het geval was. Alle opgekropte en verstopte emoties komen dan ineens los.                                                                                                                                                                                      

In de avond kon Brit dus echter de slaap niet vatten. Ze lag te malen in haar bed. Bij de welterustenkus zag ik het al; een bedrukt gezichtje, grote verdrietige ogen... Maar gelukkig begon ze te vertellen. Terwijl de tranen over haar gezicht stroomden en met haar handen om het kettinkje van oma gevouwen. Ze vertelde over opa, hoe hij opgebaard lag en wat dat met haar deed, over de crematie, over oma in het ziekenhuis. Ook Brit had nog last van beelden. Dat ze haar oma ineens ziet lopen over straat. ’s Avonds in bed, als het schemert buiten, dan komen de gedachten in haar op. In de ander slaapkamer hoorde ik ook snikgeluiden komen. Daar lagLars in bed, een knuffel en een zakdoek in zijn armen geklemd... Met dikke tranen. 'Ik moet ineens aan opa en oma denken', zei hij. 'Soms hoor ik nog de muziek, mama. Daar word ik verdrietig van'. Ik zei dat hij zijn tranen maar lekker moet laten lopen, ze vooral niet tegen moest houden. Zorg maar goed voor je verdriet. Ik troostte hen, zoals ze vaak ook mij troosten. Hun verdriet doet me pijn... Maar gelukkig kan ik er voor ze zijn. En ik ben er trots op, dat ze dat willen delen met mij.

Deel je verdriet met elkaar; je wordt er sterker van.

Mama en Max zaten in de auto. Op weg naar Mara en Ruben. Eerst zouden ze Mara oppikken bij opa en oma. Max had zijn tekening op de achterbank liggen. Als Brit hem nou maar mooi vond! Mama zat een beetje te mopperen achter het stuur. Wat duurde het lang voor het stoplicht op groen sprong! Toe, schiet nou op... Ze tikte zenuwachtig met haar hand op het stuur. Wat duurde het lang... Gelukkig, groen! Mama trok hard op. Wat reed ze snel! In de bochten werd Max helemaal heen en weer geslingerd. Ze was zeker bang dat ze te laat kwam. We moesten na het verjaarsfeestje van Brit weer snel terug naar huis, hij had immers ook nog voetbaltraining! En nu, nu reed ze wel te hard, dacht hij. Mama stond weer te wachten voor het stoplicht. Groen, ze reed weg. Ineens gilde mama:"Nee!! Let op, meneer! Wij rijden hier al, let op, let op! Kijk toch uit! Oh, ik kan nog het stuur naar rechts sturen..." 'nee!! Let op, meneer! Wij rijden hier al, let op, let op! Kijk toch uit! Oh, ik kan nog het stuur naar rechts sturen...'. Ineens een hard piepend geluid, mama remde hard, gevolgd door een enorme knal. De auto stond stil. Wat een klap zeg. Max zijn schouder deed heel erg pijn, daar waar de gordel zat. 'Auw, auw!', riep Max en hij begon heel hard te huilen. Wat was er nou toch gebeurd? Mama moest ook heel hard huilen. En Max hoorde helemaal geen geluid meer, alleen het huilen van mama, verder was het helemaal stil om hem heen. De auto stond muisstil. Mama riep hard om Max, ze stapte snel uit en kwam naar hem toe. Max moest nog harder huilen, en vroeg: 'is dit een botsing, mama? Gaan wij nu dood? Dan kunnen we mooi naar opa Duf en Lotje toe…..Mama, gaan we dood?'. De meneer van de andere auto stond ineens voor het raam. 'Oh, sorry, sorry, ik had U niet gezien, is alles oké met jullie?'.

En zo kan het gebeuren, dat je er middenin zit. Het verdriet en het gemis zijn er opeens weer. Je denkt dat het gewone leven weer een beetje begint, je gaat weer op pad naar feestjes, sportclubjes, school... Natuurlijk ben je met je gedachten vaak nog ergens anders, ben je er niet helemaal bij. Voor kinderen geldt dat ook; ze zijn er niet iedere minuut van de dag mee bezig. Ze gaan door, houden onbewust rekening met ons, de volwassenen. Ze houden hun verdriet bij zich, wachten een moment af dat er ruimte is om ermee om te gaan, een stukje verwerking. Maar sommige gebeurtenissen kan je niet voorspellen. Dan blijkt wel weer dat er in de hoofdjes van de kids nog van alles omgaat. Veelal onbewust. En zomaar ineens hebben ze het erover, en blijkt dat het onderhuids aanwezig is, tot er zich iets aandoet...

Plaats een reactie

Zelf een opmerking of een tip? Plaats hier je comment en geef jouw advies!

 



captcha

Andere columns van miriam-van-broekhuizen