Lotje de kat: waar ben je bang voor?

miriam-van-broekhuizen Blogpost door: miriam-van-broekhuizen
Geplaatst op: 19-02-2013 om 19:09

De kinderen van mijn klasje komen allemaal binnendruppelen. 'Goedemorgen allemaal!' Wat een drukte! De een huppelt, de ander gooit zijn tas in de lucht. Altijd goed opletten, ze knallen zo tegen elkaar aan, wel eens waar in hun enthousiasme, maar toch. Lekker onbenullig! Ze hebben er weer zin in vandaag, dat is te zien. Mijn oog valt op Esmee; zij praat zachtjes met Imane. Haar gezicht spreekt boekdelen. Ze lijkt wat sip. Zometeen maar even vragen wat er is.

De dag begint altijd met te vertellen hoe deze dag er qua planning uit gaat zien. Op het digibord het schema met de planning. Het PADkind van de week mag vertellen. Onze dagen zien er vooral in de ochtend vaak hetzelfde uit. Starten in de kring, dan groepsdoorbroken lezen, fruit eten, buitenspelen, en na de pauze altijd rekenen. Dan nog een aantal zaken natuurlijk. De meeste kinderen weten dat ook wel. Fijn, die vaste structuur. Maar soms ook wel eens wat saai maar wel duidelijk. Toch moet Maik wel even nadenken wat we ook alweer gaan doen. ‘Eh, en dan toch spelling, juf?' 'Ja', geef ik aan. 'Maar we hebben ook nog thematijd!' Ik leg uit dat we verschillende huisjes gaan bouwen van verschillende materialen. Onze eigen straat bouwen. En uiteindelijk maken we daar een plattegrond van. Zijn we toch nog met rekenen bezig! Alleen ervaren de kinderen dat niet direct.

Esmee krijgt het hele verhaal niet zo mee. Ik besluit te gaan spiegelen en te focussen op haar gevoel. Ik begin met het beschrijven van haar lichaamstaal. 'Esmee, je kijkt een beetje droevig, je kijkt ook steeds naar beneden. Is er wat met je?' Geen antwoord. Ik ga door. 'Ach, je schouders hangen helemaal naar beneden...' 'Ja juf...' zegt ze. 'Want weet je, Bobby is ziek. Mama gaat straks met haar naar de dierendokter toe. Ik moet steeds aan haar denken.' Iedereen begint te wiebelen op de stoel. Ze zijn allemaal wel eens bij de dokter geweest en willen allemaal tegelijk vertellen. Esmee zit sipjes op haar stoel.

Joost pakt de kaartjes. Ik heb ze van tevoren uitgezocht! De onderwerpen op de kaartjes kan ik heel goed gebruiken om iets aan te snijden. De foto’s erop geven de kinderen een beeld, soms een andere dan ik had bedacht. Maar dat is juist het mooie, we raken erdoor in gesprek! Door de kaartjes gaan kinderen nadenken, het is haast filosoferen. Maar deze keer weet ik van enkele leerlingen dat er thuis iets speelt. Daarom mijn keuze voor een paar tekstjes. 'Je mag de bovenste pakken, Joost'.

  • Wat is je belangrijkste bezit?
  • Waar zie je tegenop?
  • Wat is je favoriete plek?
  • Met wie deel je je geheimen?
  • Waar ben je bang voor?


De kaartjes die ik heb uitgekozen, hebben een oplossing in zich. We hebben in de klas te maken met omgaan met verlies, sommige kinderen voelen zich door hun eigenheid niet altijd begrepen. Door deze kaartjes en het gesprek wat erop volgt, kunnen ze inzicht krijgen in zichzelf maar ook in hoe ze met hun emoties om kunnen gaan.

De gesprekjes die volgen gaan over verschillende dingen. Tja, wat is je belangrijkste bezit? Rik is net jarig geweest, die kiest natuurlijk het ridderkasteel. Joost heeft een nieuwe kamer, met een nieuw bed erin. Merle verzamelt graag allerlei dingen, dus zij kiest een steen, die ze net heeft gevonden. En Esmee vertelt ons onder Bobby. Dat ze graag bij hem op zijn kleedje ligt, en dat ze zo graag met hem speelt.

De vraag 'Waar zie je tegenop?' brengt allerlei spannende dingen met zich mee voor de kids. Maarten noemt het rekenen na de pauze. 'Ja juf, ik vind dat gewoon hartstikke moeilijk, dus. Maar jij gaat me weer helpen, he'. Thomas moet weer naar de orendokter toe, daar ziet hij enorm tegenop. Hij is er een paar maanden geleden aan geopereerd en moet het nu laten zien. Hij heeft er soms nog pijn aan, dat is de reden dat hij ertegenop ziet. 'Want misschien moet ik weer geopereerd'.

Het kaartje 'Met wie deel je je geheimen?' maakt ook heel wat los. Maik vertelt over zijn opa, die net dood is. Vorige week was de begrafenis. Maik vertelt dat hij sindsdien bang is in het donker. Ook mama moet nog veel huilen, en dan huilt hij vaak mee, zegt hij. Maik ging vaak even naar opa en vertelde dan allerlei dingen die op school bijvoorbeeld gebeurden. Dat delen vond hij erg prettig. Dat kan een voorbeeld zijn voor de andere kinderen! Delen kan opluchten, vertel maar wat je bezighoudt.

Esmee luistert stilletjes naar haar klasgenootjes. Ineens slaat ze haar handen voor haar ogen en begint te huilen. 'Juf', zegt ze, 'Ik ben bang dat als ik vanmiddag thuiskom, Bobby dood in zijn mandje ligt' Ze heeft haar angst gedeeld.

Alle kinderen staan nu om haar heen en troosten haar. Met grote uithalen laat ze haar verdriet zien, deelt ze dit met ons. De dingen die ons allemaal overkomen in het leven, daar moeten we mee omgaan. Hoe mooi is dat, dat je daar over praat met elkaar? Dat je tips krijgt om ermee om te gaan... dat je van een ander hoort, dat die ook bang is geweest maar deze angst heeft overwonnen? Dat verdriet bij het leven hoort, dat je het absoluut niet weg moet stoppen. Want dan komt het later terug, in alle heftigheid. De kinderen uit mijn klas hebben vaak moeite met het erkennen, herkennen en uiten van emoties. Door onze gesprekjes en het delen met elkaar op een ongedwongen manier geeft het hen handvatten om het dagelijkse leven aan te gaan met elkaar. Wat een bijzonder moment was dit weer.

Verder leven met de ander in je hart.

Plaats een reactie

Zelf een opmerking of een tip? Plaats hier je comment en geef jouw advies!

 



captcha

Andere columns van miriam-van-broekhuizen