Lotje de kat: een jaar voorbij

miriam-van-broekhuizen Blogpost door: miriam-van-broekhuizen
Geplaatst op: 12-03-2013 om 20:00

Mara en Max waren de hele ochtend al aan het tekenen aan de keukentafel. Ze deden zo hun best, waren supergeconcentreerd aan de slag met elkaar. Alle mogelijke potloden en stiften lagen in een wirwar op de tafel. ‘Wil je me die rode even aangeven, Mara?’, vroeg Max. En fanatiek tekenden en kleurden ze verder. ‘Wat maak je eigenlijk?’ vroeg mama. ‘Nou,’ zei Mara, ‘Een tekening voor oma en opa’. Haar moeder keek een beetje verwonderd. Afgelopen weken was het gezin zich bewust van de tijd van het jaar. De tijd die ze als gezin nu weer opnieuw beleefden, maar dan in gedachten. Het is immers een jaar geleden dat opa Duf overleed. En bijna een jaar geleden dat die arme Lotje van de trap viel en zeer ongelukkig terecht kwam. Deze tijd van het jaar kwamen de herinneringen aan het vorige jaar weer voorbij. In alle hevigheid soms bij de kinderen. Want als er één ding is wat ze afgelopen jaar hebben ervaren, is dat gewoon doorgaan niet de juiste manier is. Gewoon doorgaan zonder de emoties te doorleven is niet de juiste weg om te bewandelen. Want de emoties willen gewoon erkend worden. Je kop in het zand steken en gewoon doorgaan met leven, daarvan kan je lijf erg ziek worden en in protest komen. Dus zei de moeder van Max en Mara: ‘Maar je weet toch dat opa Duf dood is, he.’ De hele zomer hebben de kids begrafenisje gespeeld, elke dag weer. En nu zit ze daar gewoon een tekening te maken voor opa Duf. Nou die kunnen we straks misschien wel bij het graf gaan neerleggen. Om nog even bij opa Duf stil te staan.

Hoe zou het zitten met de rouwtaken? Zouden ze echt beseffen dat opa en oma dood zijn? Hoe vaak zie ik hem zelf niet nog lopen. Als we in de stad zijn, zie ik haar in een flits voorbij lopen. Precies dezelfde houding. Precies hetzelfde loopje. Toen we van de week op de sterfdag van opa naar Tiel reden, was het net of we gewoon op visite gingen. De weg, die we zo vaak gereden hebben, toen ze er nog waren, toen ze nog leefden. Het voelt alsof er niets is veranderd. Maar natuurlijk is alles anders geworden. Het gemis is er nog steeds. Het besef begint er steeds meer te zijn. Voor kinderen zal dat ook zo zijn. Het ene moment voelt het alsof ze zo kunnen bellen. Zo binnen kunnen lopen. Maar langzamerhand komen we er als gezin achter dat dat nooit meer gaat gebeuren. Het verlangen naar ze wordt steeds groter. Nog één keer te kunnen knuffelen...je rapport laten zien…langs de lijn je opa en oma jou te zien aanmoedigen. Zou Mara gewoon doen alsof ze er nog zijn? Of zou het nog niet in haar systeem zitten?

“Tederheid is sterker dan hardheid
Water is sterker dan een rots
Liefde is sterker dan geweld”.

Hermann Hesse

De tweede rouwtaak, omgaan met alle bijkomende emoties, dat kunnen wij als gezin. Van de week had Ruben het kaarsje weer aangestoken bij de foto, die nog steeds op de schouw staat. En Max had een poosje terug een enorme huilbui gehad. En van de week was Mara zo dwars als een deur uit school gekomen. Ze was bokkig op de bank geploft, en niks was goed. ‘Ik heb gewoon een steen in mijn buik, mama’, had ze gezegd toen ik ernaar vroeg. Pas later, bij het naar bed gaan, kon ze vertellen dat het vandaag Opa en Oma dag was geweest op school, en de oma van Michelle was gekomen en die mocht van juf in haar speciale voorleesstoel zitten en voorlezen. ‘En ik wou dat mijn opa daar zat’, snikte Mara. ‘Ik mis hem zo…'

De derde rouwtaak is verder leven met het verlies en met herinneringen. Zo af en toe komen er herinneringen naar boven. Van sommige herinneringen worden we nog verdrietig, maar van andere moeten we soms erg hard lachen. Zoals dat opa altijd heel harde scheten kon laten, in het bijzijn van wie dan ook. Ook over Lotje. Dat ze ’s avonds altijd zo lekker op je schoot kwam liggen. Van de week dacht Mara ineens dat Lotje op de vensterbank van het keukenraam zat te miauwen! In gedachten deed ze de deur al open. ‘Wat doe je?’ vroeg Max. ‘Ach, ik deed de deur open voor Lotje! Ik dacht dat ik haar hoorde en deed automatisch de deur al open. Hihihihi! Maar dat hoeft nou niet meer ,he, want ze is dood!’

Hoe moeilijk is de vierde rouwtaak….je leven weer oppakken met de ander in je hart. Want ja, hoe doe je dat? Zou dat zijn, dat je je herinneringen hebt aan degene die is overleden? Dat je soms met een glimlach en soms met een traan aan hen terugdenkt? Maar dat je wel de lege plek die ze achter hebben gelaten, hebt geaccepteerd. Dat je er op een bepaalde manier vrede mee hebt. Het is moeilijk meetbaar, wanneer dat zo is. Voor ons is er nu een jaar voorbij. Het eerste jaar is voorbij. Een heftig emotioneel jaar, met het gevoel dat je regelmatig in een achtbaan van emoties bent beland. Dat de leegte in je lijf steeds een beetje minder wordt. Dat de kinderen ook hun toppen en dalen hebben, ook met soms leegte in het lijf. Want bij elke bijzondere gebeurtenis, mis je ze nog. Zie je de lege plekjes op de bank. Precies daar tussen alle opa’s en oma’s. Precies daar als het gezin dat net een familieportret heeft laten schieten bij de fotograaf. Dan is het verlangen naar hen die niet meer onder ons zijn ineens levensgroot.

Mara en Max waren klaar met hun tekeningen. Spullen werden weer opgeruimd, alles in de kast. Max was allang weer met andere dingen bezig. Maar Mara was druk bezig haar koffertje in te pakken. Allemaal speelgoed, dat ze mee wilde nemen als we op visite gaan. ‘Hee Mara, wat doe je eigenlijk?’ vraagt Max. Moeder luistert ook mee vanuit de keuken. ‘Nou, ik pak allemaal spulletjes voor als we straks naar opa Duf gaan’. ‘Nou maar dat kan niet, want ze zijn toch dood!’ gilt Max. Mara gaat stug door met inpakken. Als laatste doet ze de tekening die ze net heeft gemaakt erin. Ze ritst haar koffertje dicht. Max rent ineens naar buiten. Wat zou hij gaan doen? Het duurt een paar minuutjes, dan staat hij weer in de kamer, nog nahijgend. ‘Kom maar, Mara, we gaan even naar opa Bram en oma Pien. Die zijn thuis en we mogen op visite komen. Neem je koffertje maar mee’. Wat een kanjer, he, die Max. Vorig jaar, een paar weken na het overlijden, hebben ze ook hier aan de keukentafel gezeten. Maar toen schreven ze een briefje aan opa Bram en oma Pien. Of zij hun opa en oma wilden zijn. Zo aandoenlijk. Naar aanleiding van opa en oma dag op het kinderdagverblijf hebben we dat aan hen gevraagd. En zij vonden het een eer, om deze wens te vervullen van de kinderen. Oma Pien stond met tranen in haar ogen de koffie en de ranja in te schenken die ochtend. Want Max stond zojuist ineens in de kamer. En hij had gevraagd: ‘Weet je nog, dat ik je vorig jaar een belangrijke vraag stelde?’ ‘Jazeker’, zei oma Pien, ‘dat weet ik nog! En ik ben ook gewoon je oma, net als opa Bram je opa is. Moet je nog voetballen zaterdag? Ik zou zo graag eens komen kijken!’

Plaats een reactie

Zelf een opmerking of een tip? Plaats hier je comment en geef jouw advies!

 



captcha

Andere columns van miriam-van-broekhuizen